Door Martin Tijmes
Vanochtend was ons laatste dagdeel in Montreal. De wekker ging rond kwart over 7, waarna we bepakt en al met de busjes richting Bombardier vertrokken.
Maar voordat we goed en wel het centrum uit waren, moesten we wel een stukje file rijden. Het is bijna ongelofelijk hoe druk het in en om Montreal zijn in de spitsuren.
Bij Bombardier aangekomen, was het in eerste instantie een beetje onduidelijk waar we moesten zijn, maar even later warden we opgehaald om een rondleiding te krijgen in de assemblage fabriek.
Het deel van Bombardier waar we een rondleiding kregen was ‘Aerospace’ en specifiek de business jets. Bombardier produceert op het moment de Challenger 300, 605 en 850 in deze serie.
De meeste onderdelen van de vliegtuigen worden door Bombardier zelf geproduceerd, behalve voor de Challenger 300, waarvoor de staart en romp respectievelijk uit Taiwan en Ierland komen. Onderdelen zoals de cockpit en vleugels worden wel allemaal door Bombardier zelf geproduceerd voor de Challenger modellen.
Helaas was de rondleiding maar een uurtje en werden we slechts beperkt geïnformeerd over de technische details. Doordat het programma een stuk korter was dan gepland konden we al op tijd richting IBM.
Na een uitgebreide lunch en koffiepauze onderweg, kregen we bij IBM een presentatie en rondleiding langs de cleanrooms.
Het deel van IBM dat we bezocht hebben was de productiefaciliteit. De totale grootte (opp.) is equivalent aan 25 football velden.
De productiefaciliteit krijgt wafers aangeleverd welke in verschillende packages gezet worden, zodat ze hanteerbaar worden.
Op wereldniveau kan deze faciliteit als een van de betere beschouwd worden, voornamelijk voor high-end producten.
Aan het einde van de middag hadden we nog een lange rit te gaan van Bromont naar Quebec; ong. 250 km. Toen we ’s avonds laat aankwamen hebben de meeste vroeg het bed op gezocht om de volgende dag weer op tijd op te kunnen staan.